FESPA Nederland is dé kennis- en netwerkorganisatie voor de visuele communicatie industrie. De kern wordt gevormd door inspirerende en innoverende ondernemers. Wij staan voor verbinding, kennisdeling en inspiratie. Samen bouwen we aan een sterke en toekomstbestendige sector. Together we create a beautiful world.
Partners geven de wereld van visuele communicatie
een flinke boost!
Door te blijven vernieuwen, zorgen ze dagelijks voor frisse ideeën en slimme oplossingen. Zo dragen ze bij aan innovatie én delen ze hun waardevolle kennis met de branche. Ontdek welke partners zich al hebben aangesloten bij FESPA Nederland.
Voor de continuïteit van je bedrijf is het belangrijk dat je financieel fit bent – en vooral ook blijft.
Maar financiële continuïteit gaat verder dan alleen het realiseren van een gezond rendement.
Het betekent dat je als ondernemer voortdurend inzicht hebt in je kostenstructuur, liquiditeit en kasstromen. Dat je tijdig kunt bijsturen wanneer marktomstandigheden veranderen en dat je voldoende reserves opbouwt om te kunnen blijven investeren in innovatie, personeel en verduurzaming.
Een financieel gezond bedrijf heeft grip op cijfers en begrijpt wat de kosten, marges en opbrengsten betekenen voor hun toekomst. Ondernemers die hun financiële huishouding goed op orde hebben:
kunnen sneller inspelen op veranderende marktomstandigheden,
beschikken over middelen om te investeren in nieuwe technieken, opleidingen of verduurzaming,
bouwen vertrouwen op bij klanten, leveranciers en financiers.
Financiële fitheid betekent dat je niet alleen stuurt op winst, maar ook op continuïteit, weerbaarheid en groei.
Een financieel gezond bedrijf draagt ook bij aan de reputatie van de héle sector. In een tijd waarin margedruk, consolidatie en prijsconcurrentie toenemen, is het juist belangrijk dat print- en signondernemers laten zien dat ze professioneel, verantwoord en toekomstgericht ondernemen.
Wanneer bedrijven in onze industrie financieel stabiel zijn, geeft dat vertrouwen aan opdrachtgevers, overheid en partners. Het laat zien dat we als sector volwassen zijn geworden, onze verplichtingen nakomen en klaar zijn voor de uitdagingen van morgen — van digitalisering tot duurzaamheid en certificering.
Financieel fit blijven begint met inzicht: weten waar je staat en waar je naartoe wilt. Dat betekent werken met duidelijke KPI’s, regelmatig evalueren en leren van cijfers. Want alleen bedrijven die hun financiële gezondheid actief monitoren, kunnen ook gericht investeren in innovatie, medewerkers en nieuwe businessmodellen. Het stelt je in staat om met vertrouwen beslissingen te nemen, kansen te benutten en tegenvallers op te vangen.
FESPA Nederland stimuleert ondernemers om ervoor te zorgen dat inzicht te krijgen in hun financiële fitheid en ondersteunt leden met kennis, benchmarks en ervaringen van collega-bedrijven. Want een financieel gezonde sector begint bij financieel sterke ondernemers. Tijdens het TREND Event wordt er ook aandacht gegeven aan deze aspecten van het ondernemerschap
Waarom robotisering / automatisering in de print- & signindustrie?
Robotisering/automatisering is niet enkel “machine kopen”, maar een ketenverandering. Succesvol automatiseren vraagt dat je breed kijkt (pre-press, print, snij, afwerking, logistiek). Steeds meer MKB Print bedrijven vinden hun weg naar robotisering, zoals de voorlopers Grafisch Bedrijf Goes, Koopmans Printmedia en VAN AS Print & Sign. De wens om te investeren zal snel toenemen nu de robots steeds meer als collaboratieve kracht kunnen worden ingezet en het aantal handelingen dat één robot kan doen snel toeneemt, waardoor het veel inzetbaarder wordt.
Belangrijke drijfveren voor robotisering en automatisering
Arbeidstekorten: de print- & sign-sector in de Benelux/Nederland ziet een structureel tekort aan vakgediplomeerde monteurs/medewerkers in afwerking/frees/snijden. Automatisering biedt verlichting.
Kostenreductie & rendement: repetitieve handelingen zoals platen laden, snijden, uitnemen, bundelen kunnen geautomatiseerd worden, waardoor rendement (uurtje/kunst en marges) stijgt.
24/7 productie & doorlooptijd-optimalisatie: in sommige gevallen worden processen ‘lights-out’ ingericht (zonder of met minimale bemanning) waardoor orders sneller gereed zijn en kapitaalproductie beter benut wordt. Bijvoorbeeld in snijsystemen.
Kwaliteit & consistentie: robotisering reduceert variabiliteit door handmatig werk, zoals positionering van materiaal, precisie in snijervaring, en daardoor afval en remakes. Bijvoorbeeld: Zünd noemt “bespaart tijd, vermindert afval, elimineert bronnen van fouten”.
Duurzaamheid / circulaire proceskansen: Hoewel dit minder expliciet genoemd wordt door leveranciers, een efficiëntere procesflow vermindert restmateriaal, verbetert uptime, en faciliteert meer stabiele productie van op maat (dus potentieel minder verspilling).
Trends & uitdagingen
Cobots & autonome systemen: steeds vaker worden collaboratieve robots (cobots) gebruikt bij afwerkprocessen (zoals platen laden/unloading) omdat ze veilig kunnen samenwerken met personeel zonder hekwerk.
Integratie met software/ERP/workflow: robotisering is zinvol pas wanneer de hele keten meedoet — van order-to-print, print-to-cut, cut-to-install. Niet alleen het snijsysteem, maar ook de datastroom, nest-algoritmes, jobplanning moeten geautomatiseerd zijn.
ROI en schaal: investeringen in automatisering zijn significant; voor kleinere signbedrijven is de vraag of volume en doorloopsnelheid dit rechtvaardigen.
Verandering in competenties: personeel verschuift van handmatig werk naar monitoring, onderhoud, robotprogrammering. Dit heeft gevolgen voor opleiding/training — relevant gezien jouw focus op jong talent en educatie.
Flexibiliteit vs. automatisering: Sign- & display-werk kent vaak korte lifecycle, veel kleine batches, hoge variatie. Dat maakt automatisering uitdagender dan bijvoorbeeld volume-drukkerijen met langdurige repetitieve runs.
Richtlijnen voor implementatie / aandachtspunten
Begin met een analyse van huidige proces: hoeveel handmatige handelingen zijn er in snijden/afwerking? Waar zitten knelpunten (doorlooptijd, arbeid, fouten, afval)?
Stel KPI’s vast: m² per uur, stilstandtijd, afvalpercentage, marge per job, energie/verbruik per m². Dit sluit aan op jouw data-gedreven aanpak.
Formuleer automatiseringsdoelstellingen: bijvoorbeeld “met robotmateriaalhandling willen we de bedieningstijd per plaat verlagen met 50%”, of “met barcode workflow willen we doorlooptijd verkorten met 30% en fouten terugdringen tot < 1%”.
Selecteer het automatiseringsniveau passend bij uw bedrijf!
Besteed aandacht aan training en competenties: operatoren moeten nieuwe skills krijgen (robot tuning, softwareworkflow, data-analyse). Dit is belangrijk gezien je interesse in educatie.
Besteed aandacht aan duurzaamheidsimpact: hoe automatisering kan bijdragen aan terugdringing van restmateriaal, betere materiaalkeuze, energie-efficiëntie.
Laat praktijkcases zien (zoals de Zünd met RobotFactory case of Kongsberg met Robotic Material Handler) — inspirerend voor jonge ondernemers en voor promotie van de industrie als innovatieve sector
Wees kritisch: automatisering is geen doel op zich; slaag alleen als businesscase solide is (volume, doorlooptijd, variatie, ROI).
Over de naam, het vak en de zichtbaarheid van onze industrie
Zelfs na bijna veertig jaar is het ons als industrie nog steeds niet gelukt om het woord sign of het beroep signmaker heel helder te positioneren bij het grote publiek. Een opmerkelijk feit, want terwijl we letterlijk overal zichtbaar zijn — op gevels, voertuigen, beursstands, bewegwijzering, lichtreclames en interieurs — blijft het begrip sign voor velen abstract.
Wie in onze branche werkt, herkent het ongetwijfeld: op verjaardagen of bij nieuwe ontmoetingen moet je nog steeds uitleggen wat je precies doet. “Signmaker? Wat is dat dan?” Die vraag alleen al laat zien hoe groot de uitdaging is om onze industrie herkenbaarder te maken.
Een woord met vele betekenissen
Letterlijk betekent sign “teken”, “sein” of “signaal”. In het Engels heeft het woord talloze contexten: give me a sign, a sign of life, that’s my sign. Die veelzijdigheid maakt het enerzijds krachtig, maar anderzijds ook verwarrend. Voor wie niet in de branche zit, roept het woord geen direct beeld op.
Soms duikt dan de term belettering op — een woord dat bij het grote publiek wél iets herkenbaars oproept. Het doet denken aan iemand die letters plakt of bedrukt, een ambacht dat zijn wortels heeft in onze geschiedenis. Maar wie het huidige werkveld van een signmaker kent, weet dat dit slechts een fractie is van wat het vak tegenwoordig omvat.
Reclame, maar dan anders
Veel signbedrijven gebruiken het woord reclame in hun bedrijfsnaam. Volgens Van Dale is reclame een vorm van communicatie die bedoeld is om te informeren, te overtuigen en tot actie aan te zetten. Dat klopt, maar ook dit is slechts een deel van wat onze industrie doet.
Reclame heeft bovendien een bijsmaak gekregen van iets tijdelijks — iets dat “snel en goedkoop” moet zijn. Dat doet geen recht aan het vakmanschap, de technische innovatie en de esthetische kwaliteit die in moderne signproductie schuilgaan. Ironisch genoeg heeft duurzaamheid inmiddels het tegenovergestelde effect: dat zal wel “duur” zijn. Het laat zien hoe taal de perceptie van waarde beïnvloedt.
Visuele communicatie als paraplu
De term visuele communicatie zou beter kunnen passen. Toch roept ook die niet meteen herkenning op bij een breed publiek. Pas wanneer je zegt: “Wij communiceren met uitingen die je dagelijks om je heen kunt zien”, valt soms het kwartje.
Of het nu gaat om wayfinding in ziekenhuizen, branding op voertuigen, winkelinterieurs of gevelreclame — onze industrie vormt letterlijk de zichtbare laag van de samenleving. We helpen bedrijven, instellingen en merken om hun identiteit tastbaar te maken in de publieke ruimte.
Tijd voor herwaardering
Misschien moeten we accepteren dat sign nu eenmaal niet één vastomlijnde betekenis heeft, maar juist een breed spectrum aan visuele uitingen omvat. En misschien ligt daarin juist onze kracht. Want in een tijd waarin communicatie steeds vluchtiger en digitaler wordt, zorgtsign voor blijvende zichtbaarheid, herkenning en beleving in de fysieke wereld.
Wat er in de naam zit?
Een wereld vol creativiteit, techniek, innovatie én communicatiekracht. Het wordt tijd dat de buitenwereld dat ontdekt. Daarom blijven we vanuit FESPA Nederland steeds bezig om onze industrie op de kaart te zetten in gesprekken, met presentaties en straks ook weer met onze tweede industrie promotie video, die op 18 november zal worden gelanceerd tijdens Algemene Vergadering van de vereniging die bij deze keer wordt georganiseerd bij Nautasign BV in Ede.
De krapte op de arbeidsmarkt binnen de print- en signindustrie wordt steeds voelbaarder. Gespecialiseerde vakmensen zijn moeilijk te vinden, en de instroom vanuit het beroepsonderwijs blijft ver achter bij de vraag vanuit de markt. Tegelijkertijd staat onze maatschappij voor een demografische uitdaging: vergrijzing.
Uit cijfers van Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat op 1 januari 2025 ongeveer 20,8 % van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder is. De prognose is dat dit aandeel in 2035 oploopt naar circa 24,4 % en in 2040 zelfs 25,1 %.
Het aantal studenten dat kiest voor een technische of creatieve maakopleiding daalt al jaren, terwijl de industrie juist versneld innoveert. Nieuwe technieken, duurzame materialen, robotisering en digitalisering vragen om goed opgeleide professionals die met deze veranderingen kunnen omgaan.
Daarom richten steeds meer bedrijven zich op zij-instromers en her-intreders — waardevolle groepen die met de juiste begeleiding nieuwe energie brengen.
Maar in die zoektocht naar nieuw talent zouden we bijna de belangrijkste groep vergeten: onze huidige medewerkers.
Zij vormen de kern van onze bedrijven. Hun kennis, ervaring en vakmanschap zijn onmisbaar. Toch vraagt de snel veranderende praktijk om voortdurende bijscholing. Technologie, software en markteisen ontwikkelen zich zó snel, dat stilstand al snel achterstand betekent.
En we werken steeds langer door. De gemiddelde pensioenleeftijd in Nederland ligt steeds hoger: in 2022 ging de gemiddelde werknemer met 65,6 jaar met pensioen. In 2023 was zelfs 74 % van de werknemers op of boven de 65 jaar toen ze met pensioen gingen; tien jaar eerder (2013) was dat nog 43 %. Voor de leeftijdsgroep 55–64 jaar is de werkgelegenheidsgraad in Nederland circa 75,3 % (december 2024).
Hier komt het programma “Een leven lang leren” in beeld als een strategisch investering.
Dit programma stimuleert medewerkers én werkgevers om continu te blijven ontwikkelen. Niet alleen door traditionele opleidingen, maar ook via korte modules, praktijkgerichte trainingen, kennisdelingssessies en mentoring binnen het bedrijf.
Zo wordt leren onderdeel van de dagelijkse werkcultuur in plaats van een eenmalige activiteit.
Bedrijven die “Een leven lang leren” omarmen, merken dat medewerkers meer betrokken raken, zich verantwoordelijk voelen voor hun eigen groei en innovatie sneller omarmen.
Regelingen en subsidies voor LLO (een Leven Lang Leren)
Via SER-thema “Leven Lang Ontwikkelen” is een overzicht beschikbaar van subsidieregelingen, fondsen en financiële instrumenten voor werkgevers en werknemers.
Wet NLQF – Wet van 26 juni 2024 tot vaststelling van regels voor het Nederlands kwalificatieraamwerk voor een leven lang leren is door de eerste kamer aangenomen en wordt dus definitief geïmplementeerd.
Voorbeelden:
SLIM‑regeling: subsidie voor ondernemers die willen investeren in ontwikkelen van medewerkers (bijv. opleidings- en ontwikkelplannen).
Levenlanglerenkrediet: lening voor personen (tot 57 jaar) die een opleiding willen volgen, maar geen recht meer hebben op reguliere studiefinanciering.
Voor werkgevers is dit belangrijk: er liggen uitvoerbare financiële voordelen om het programma “een leven lang leren” actief te ondersteunen.
Ze creëren een organisatie waarin kennis wordt gedeeld, nieuwe technologie wordt benut en vakmanschap zich blijft vernieuwen.
De toekomst van onze industrie ligt dus niet alleen bij nieuwe aanwas, maar vooral bij de blijvende ontwikkeling van de mensen die er nú al zijn.
Door te investeren in hun groei, versterken we niet alleen het individu, maar ook het collectieve vakmanschap van de gehele branche.
Een leven lang leren is geen luxe — het is de sleutel tot een duurzame en veerkrachtige print- en signindustrie.
Nieuwe EU-regels vanaf 2026: grote impact op de print- en signindustrie
De Europese Unie scherpt de regels aan om milieu, circulariteit en transparantie te verbeteren. Voor de print- en signindustrie betekent dit dat 2026 een belangrijk jaar wordt. Verschillende nieuwe Europese verordeningen treden dan in werking — en die raken niet alleen fabrikanten, maar ook printbedrijven, signmakers en leveranciers in de keten.
Hieronder een overzicht van de belangrijkste veranderingen, wat ze inhouden en hoe je je als ondernemer nu al kunt voorbereiden.
1. EU Packaging and Packaging Waste Regulation (PPWR)
De nieuwe Verordening voor Verpakkingen en Verpakkingsafval vervangt de huidige richtlijn en wordt vanaf 12 augustus 2026 van kracht. Doel: minder afval, meer hergebruik en volledig recyclebare verpakkingen.
Wat betekent dit voor print- en signbedrijven?
Als je verpakkingen bedrukt of levert (bijv. dozen, labels, sleeves of POS-materiaal), moet je rekening houden met ontwerpregels voor efficiënt materiaalgebruik.
Verpakkingen moeten aantoonbaar recyclebaar of herbruikbaar zijn.
Bedrijven die verpakkingsmateriaal op de markt brengen, krijgen te maken met registratie- en rapportageverplichtingen.
Praktisch: controleer nu al of jouw gebruikte substraten, laminaten en coatings voldoen aan de aankomende PPWR-eisen. Bedrijven die tijdig overstappen op circulaire materialen lopen straks voorop bij aanbestedingen en leverancierskeuzes.
2. EU Deforestation Regulation (EUDR)
De nieuwe ontbossingsverordening verplicht bedrijven te bewijzen dat grondstoffen zoals hout, papier en rubber ontbossingsvrij en legaal geproduceerd zijn. Voor MKB-bedrijven geldt de verplichting vanaf 30 juni 2026.
Wat betekent dit in de praktijk?
Voor alle producten op basis van hout of papier moet de herkomst traceerbaar zijn.
Je moet kunnen aantonen dat het materiaal afkomstig is uit legale, duurzame bronnen.
Leveranciers worden verplicht om zogeheten due diligence-documentatie aan te leveren.
Praktisch: controleer nu al je papier- en kartonleveranciers. Vraag om bewijs van herkomst en duurzaamheidsverklaringen. Bedrijven die deze documentatie kunnen overleggen, zijn straks “audit-proof” en aantrekkelijker voor opdrachtgevers die duurzaam willen inkopen.
3. EU Design Regulation – bescherming van ontwerpen
Vanaf 1 juli 2026 wordt ook de vernieuwde EU Design Regulation van kracht. Deze wet breidt de bescherming van ontwerpen en grafische uitingen aanzienlijk uit.
Wat betekent dit voor print en sign ondernemers?
Ook grafische patronen, logo’s, lay-outs en digitale ontwerpen vallen voortaan onder de bescherming van het modelrecht.
Bedrijven krijgen betere mogelijkheden om hun eigen ontwerpen of productvormen te beschermen.
Omgekeerd moet je ook zorgvuldiger omgaan met andermans ontwerpen of merken die je reproduceert.
Praktisch: bekijk hoe je omgaat met het gebruik van klantlogo’s, templates en stockdesigns. Met deze regelgeving wordt het nog belangrijker om duidelijke afspraken te hebben over rechten, bronbestanden en licenties.
4. EU Greenwashing-regels: de Green Claims Directive & Empowering Consumers Directive
Een van de meest besproken nieuwe EU-maatregelen betreft de strijd tegen greenwashing — misleidende duurzaamheidsclaims. Vanaf 1 januari 2026 wordt het verboden om vage milieuclaims te gebruiken zoals “eco”, “groen”, “duurzaam”, “CO₂-neutraal”zonder bewijs.
Wat betekent dit voor printbedrijven?
Elke milieuclaim moet wetenschappelijk onderbouwd en verifieerbaar zijn.
Uitspraken over gerecycled materiaal, CO₂-reductie of milieuvriendelijke productie moeten kunnen worden aangetoond met data of certificering.
Claims als “milieuvriendelijk” of “circulair” zijn straks alleen toegestaan als ze aantoonbaar voldoen aan erkende standaarden.
Praktisch: gebruik je milieulogo’s, certificaten of groene taal in je communicatie? Zorg dat je bewijs hebt om die claims te staven — bijvoorbeeld via LCA-gegevens, ISO-certificering of erkende keurmerken (zoals FSC, PEFC of PSIS). Deze richtlijnen beschermen niet alleen consumenten, maar ook eerlijke ondernemers die wél duurzaam werken.
5.EUNIS2 – Network and Information Security Directive
De NIS2-richtlijn trad eigenlijk in oktober 2024 al in werking, maar EU-lidstaten, waaronder Nederland, moesten deze richtlijn nog volledig omzetten in nationale wetgeving. Vanaf 2026 zal naleving dus voor veel bedrijven verplicht zijn. Deze richtlijn richt zich op digitale veiligheid en weerbaarheid.
Ook bedrijven in de print- en signketen vallen mogelijk binnen de scope, vooral wanneer zij:
digitale productiesystemen gebruiken,
klantdata of ontwerpinformatie verwerken,
deel uitmaken van ketens die met overheden of grote opdrachtgevers werken.
Wat betekent dit concreet voor een print- of signbedrijf?
Je moet kunnen aantonen dat je cybersecurity-maatregelen hebt genomen: firewalls, toegangsbeheer, back-ups en incident-responsplannen.
Leveranciers in de keten kunnen worden verplicht om aan te tonen dat zij geen zwakke schakel vormen in de beveiliging.
Meldplicht: bij ernstige datalekken of cyberincidenten moet binnen 24 uur melding worden gedaan bij de bevoegde autoriteit (in Nederland: NCSC of CSIRT).
Praktisch: breng je digitale processen in kaart — RIP-servers, MIS-software, klantportalen — en controleer of er beveiligingsbeleid en back-upstrategie aanwezig is. Bedrijven die nu al voldoen aan ISO 27001 of een vergelijkbare norm, zijn grotendeels voorbereid.
6. NL Energiewet
Sinds 1 juli 2025 kunnen overheidsinstanties automatisch de actuele gegevens over gas en elektriciteitsverbruik van alle bedrijven inzien, dankzij de nieuwe Energiewet. Dit heeft belangrijke implicaties voor ondernemers binnen de print- en signindustrie. De eisen lijken op de eerste blik hoog, maar zelfs een klein bedrijf met ongeveer vijf medewerkers kan al snel aan de wettelijke normen voldoen.
Als je als bedrijf jaarlijks meer dan:
– 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m³ aardgas verbruikt
Dan ben je verplicht om:
– Informatie te verstrekken over de energiebesparende maatregelen die je hebt genomen of van plan bent te nemen.
– Aan te tonen dat deze maatregelen binnen vijf jaar terugverdienen.
Deze verplichting bestaat al sinds 1 juli 2019, maar was eerder lastig te controleren. De nieuwe wetgeving maakt het handhaven veel eenvoudiger, omdat alle verbruiksgegevens nu automatisch rechtsteeks naar de overheid worden gestuurd.
Rapportage moet plaatsvinden via het portaal mijnRVO.nl. Het is cruciaal om deze verplichting serieus te nemen, omdat niet voldoen aan de informatieplicht kan resulteren in waarschuwingen, sancties en zelfs boetes.
Voor ondernemers zijn er verschillende hulpmiddelen beschikbaar die het rapporteren vergemakkelijken:
– Quickscan Energie: biedt direct inzicht in mogelijke besparingen.
– Energiebesparingsmonitor: helpt om structureel inzicht in het verbruik te krijgen.
– CO₂-voetafdrukmonitor: toont de impact van de bedrijfsvoering op het klimaat.
Het lidmaatschap van FESPA biedt hierbij een flink voordeel, omdat er een collectieve regeling is getroffen met het Dienstencentrum voor het gebruik van deze door de overheid erkende hulpmiddelen. Hierdoor kunnen ondernemers efficiënt voldoen aan hun informatieplicht over energie en tegelijkertijd kosten besparen en verduurzamen.
In de wereld van grootformaat print draait alles om zichtbaarheid, precisie en vertrouwen. Je klanten rekenen erop dat hun merkkleuren exact kloppen — of het nu gaat om de rode gloed van Coca-Cola, het blauw van KLM, het groen van Heineken of de geel van McDonalds of Jumbo.
Bij digitaal printen groot formaat printen heb je bij kleur reproductie te maken met veel variabelen. Diverse type printers en maar liefst vier gangbare print technieken en de daarbij horende inktensoorten, degenererende van inkjet printkoppen, substraten met allemaal verschillende witpuntenen absorptie vermogens, verschillende RIP en Design software producten met generieke kleurprofielen, wisselende omgevingsfactoren, ect.
Wie regelmatig print op verschillende materialen, weet hoe lastig het kan zijn. Een doek, folie of plaat reageert telkens anders. En toch wil de klant overal dezelfde uitstraling. Dat is precies waar gestandaardiseerd kleurbeheer het verschil maakt tussen “ongeveer goed” en professioneel perfect.
Color management gaat niet alleen over mooie kleuren halen in print, maar over controle van de print kleur. Niet alleen bij de eerste opdracht, maar ook op een later moment moet de kleur nog perfect zijn. Color management zorgt ervoor dat wat de ontwerper ziet op zijn scherm, overeenkomt met wat jij uit je printer haalt. De internationale norm ISO 12647 is daarbij je beste houvast.
Deze norm is ooit ontwikkeld voor de drukwereld, maar inmiddels de gouden standaard voor iedereen die serieus bezig is met printkwaliteit. ISO 12647 beschrijft hoe kleuren moeten worden opgebouwd, gemeten en bewaakt, zodat prints consistent blijven — ook als je ze weken later of op een andere printer opnieuw produceert.
De markt verandert snel. Deadlines zijn korter, materialen diverser, klanten kritischer. Een gestandaardiseerd kleurproces geeft je bedrijf de voorspelbaarheid en efficiëntie die nodig zijn om winstgevend te blijven.
Minder correctierondes: Als kleuren meteen goed zijn, bespaar je tijd, inkt en materiaal.
Meer vertrouwen: Klanten zien dat je consistent levert. Dat schept zekerheid én loyaliteit.
Sterkere marge: Minder herdrukken = meer rendement.
Color management is dus niet alleen een technisch aspect — het is een ondernemersbeslissing.
Ook in Nederland kunnen print- en signbedrijven rekenen op deskundige hulp. FESPA Nederland heeft hiervoor de hulp ingeroepen van het Dienstencentrum. Hun experts begeleiden print- en signbedrijven stap voor stap bij het invoeren van ISO 12647 — van metingen en kalibratie tot training van personeel.
Het mooie is dat zij het traject volledig afstemmen op jouw bedrijf. Geen standaardpakket, maar maatwerk. Gemiddeld duurt het traject een half jaar, waarna je zelfstandig kleurconsistent kunt produceren én klaar bent voor officiële certificering.
Het Dienstencentrum kan ook ná certificering blijven meedenken — bijvoorbeeld bij jaarlijkse kalibraties of hercontroles. Zo blijft je kleurbeheer levend, in plaats van een papieren norm.